‘Als mensen achterin de bus stappen, zeggen ze toch nog snel “Hallo meneer!”, in plaats van chauffeur’. Chauffeur zijn in het openbaar vervoer is nog overheersend een mannenberoep. Toch zitten er steeds meer vrouwen achter het stuur. Daarom spraken wij met vrouwelijke chauffeurs in de regio. Wat zijn hun ervaringen? En wat maakt het werk zo leuk? Voor een artikel op internationale vrouwendag delen buschauffeurs Adriana, Yildyz en Bea, en trambestuurders Lucia en Amal, hun verhalen.
Het vak ingerold
Yildyz (33) haar liefde voor rijden in de bus begon al jong. ‘Vroeger ging onze familie altijd op vakantie naar Spanje met de bus. Ik genoot toen al van de manier waarop de bus reed en zijn bochten maakt, je zweeft dan een soort van’. Haar broertje tipte haar op een vacature voor buschauffeur en ze werkt nu al zo’n acht jaar in het vak. Bea (52) begon eerst als instructrice bij de rijschool van haar familie, waar ze twintig jaar les heeft gegeven. ‘Toen ik de advertentie van buschauffeur voorbij zag komen dacht ik “oh leuk!” Het kwam echt op mijn pad, maar met mijn hele geschiedenis van rijden en verkeer paste het perfect.’ Ook Adriana (34) komt uit een gezin van rij-fanaten: ‘Mijn vader is 33 jaar buschauffeur geweest, dus vroeger ging ik wel eens met hem mee. Mijn zwager heeft zijn eigen rijschool en tipte mij eigenlijk op de mogelijkheid. Hij zei: “jij vind het zo leuk om te rijden, ga je bus rijbewijs halen”. Dus dat heb ik toen gedaan en daar ben ik zo gelukkig mee, ik ben echt heel blij met deze baan.’